• Welkom bij DSS! Door Samenspel Sterk, al meer dan 100 jaar! DSS staat voor SPORT! S portiviteit lezier penheid espect eamgeest  P O R T Wat allemaal in 1919 begon door een paar Haarlemsche jochies Onze vrouwenafdeling behoort tot de grootste van Nederland! Ook zo'n zin om bij DSS te voetballen? Klik hier voor een gratis proefles >>
  • 100 jaar DSS

    1919-1929 De beginjaren

    Jaap en Jan Schipper, Jan en Piet Kraakman, Wim en Joseph Hamers en Frans van Reijsen: zeven schooljongens van rond de 14 besluiten in de zomer van 1919 een voetbalclub op te richten. De jongens noemen hun vereniging SDS, Sterk Door Samenspel. En de zeven kiezen voor een geel-zwart shirt in verticale banen, met een broek die niet wit is maar zwart. Vier jaar later, in 1923, veranderen ze de naam in DSS, omdat er in Amsterdam al een andere club is die SDS heet. Ook passen ze meteen de clubkleuren aan in rood-groen. Maar de broek blijft voorlopig nog zwart.

    Eerste officiële wedstrijd

    DSS begint dus onder een andere naam, in een ander tenue én op een andere plek dan waar we nu zitten. Nadat we als Rooms-Katholieke vereniging de bisschoppelijke goedkeuring hebben gekregen, worden we in 1920 ingedeeld in de 4e klasse van de Diocesane Haarlemse Voetbal Bond (DHVB). We spelen onze eerste officiële wedstrijd op 26 september 1920 tegen Geel-Wit. Dat gebeurt niet in Haarlem-Noord maar helemaal in Heemstede aan de Molenwerfslaan. (vlakbij waar nu HBC speelt). Het is de thuisbasis voor alle katholieke clubs in Haarlem. Enig smetje op deze historische dag? We verliezen de wedstrijd met 2-1.

    Voor het eerst kampioen

    Het lijkt DSS niet echt voor de wind te gaan. In de eerste seizoenen vertrekken veel spelers waardoor er nog maar twee elftallen overblijven. Toch begint het sportief te draaien. In het seizoen ’26-’27 worden we zelfs voor het eerst kampioen. Het succes smaakt naar meer.

  • 1930-1939 Vijfmaal kampioen

    Het gaat onze jonge club voor de wind aan het begin van de jaren ’30. We worden aan de lopende band kampioen: in 1930, 1931, 1933, 1935 en 1936. Helaas betekent het niet meteen promotie naar een hogere klasse. We moeten daarvoor ook wedstrijden spelen tegen andere kampioenen. In 1931 en 1936 doen we dat met succes. Eerst promoveren we in 1931 naar de eerste klasse van de DHVB en dan in 1936 een stapje hoger naar de IVCB, de Interdioscesane Voetbal-Competitie Bond.

    Minder leden

    In de jaren erna verstomt het gejuich, zeker in de bestuurskamer. Misschien is het de crisis, misschien zijn het andere redenen, maar het ledenaantal loopt terug. Onze club krijgt een groot gebrek aan jeugdspelers en dat baart grote zorgen, vindt ook secretaris Jan Horn sr: ‘Wij kunnen toch niet nalaten de toekomst onzer vereeniging eenigzins somber in te zien, nl. ons nog steeds gemis aan junioren het terugloopend ledenaantal, hiervoor is noodig de medewerking van allen leden zonder uitzondering.’ Jan Horn wist niet dat er een grotere bedreiging onze kant op zou komen: de Tweede Wereldoorlog.

  • 1940-1949 Fusie in Bloemendaal

    Aan het begin van de Duitse bezetting gaat de competitie nog gewoon door. We komen uit in de 4e klasse van de NVB, de Nederlandse Voetbalbond. (De koninklijke ‘K’ moet op last van de Duitsers verdwijnen.) In het seizoen ’42-’43 strijden we zelfs voor het eerst mee om de (K)NVB-beker. Maar de jaren daarna blijven de velden steeds vaker leeg. Luchtalarm houdt de spelers thuis achter gesloten gordijnen.

    Verder als fusieclub

    Het is 1945. Nederland is bevrijd. We kunnen weer denken aan voetballen. Maar we gedenken ook. Zes spelers verliezen we door de oorlog, van wie vier van het eerste elftal. Het sportterrein aan de Cruquiusweg ligt erbij als een slagveld. Het hout van de doelpalen en het kleedhok is verstookt in kachels. Om te overleven fuseren we in 1946 met het Bloemendaalse DEK (Door Eensgezindheid Kracht). Ideaal, want DEK heeft een goed voetbalveld aan de Bergweg (het huidige HBS-terrein). Maar de gemeente Bloemendaal heeft ander plannen met de velden. Eén voetbalvereniging in het dorp is genoeg, is het argument, en er wordt gekozen voor het oudere BVC Bloemendaal. In 1954 moet de fusieclub DSS daarom verkassen. We strijken neer aan de Schalkwijkerweg in Haarlem-Zuid, waar nu DIO speelt. Deze locatie zal niet goed bevallen, alleen al vanwege de afstand en de slechte gesteldheid van het veld.

  • 1950-1959 Van voetbal- naar sportvereniging

    Voetballen is leuk. Alleen jammer dat de competitie in de zomer stilligt. We gaan op zoek naar een sportieve manier om de zomermaanden door te komen en richten op 1 juni 1950 DSS honkbal op. Het hek is van de dam. We omarmen alles met een bal: voetbal, honkbal, softbal, volleybal, tennis, tafeltennis, basketbal en zaalvoetbal. We noemen ons voortaan met recht een Rooms-Katholieke Sport Vereniging (RKSV).

    Sfeerloos in Schalkwijk

    Ondanks de sportieve uitbreiding heeft RKSV DSS het niet makkelijk in de jaren ’50. We zijn geen grote vereniging, hebben het financieel niet breed en de accommodatie is sfeerloos. We spelen eigenlijk altijd een uitwedstrijd. Onze accommodatie in Schalkwijk, waar we sinds 1954 spelen, voelt niet als thuis. Onze meeste leden komen uit Haarlem-Noord, waardoor er weinig publiek afkomt op de wedstrijden. Tot overmaat van ramp vindt er in 1954 een afsplitsing plaats binnen de club. Uit onvrede begint een aantal leden een nieuwe vereniging: Renova. Pas als we in 1962 verhuizen naar het Pim Mulier-sportpark breken betere tijden aan. Wat heet: we bloeien weer helemaal op.

  • 1960-1969 Naar het Pim Mulier-sportpark

    Onze club krijgt eindelijk een eigen terrein. Ook al moeten we de vier velden eerst nog delen met drie andere clubs (Alliance, Kennemerland en DSB), vallen de houten kleedhokken van ellende bijna uit elkaar en speelt onze jeugd nog elders op de velden van Onze Gezellen aan de Vergierdeweg; onze prestaties stijgen tot grote hoogte. In 1966 promoveren we naar de vierde klasse van de KNVB. We tellen weer mee als voetbalclub. Drie jaar later, kort voordat Neil Armstrong voet op de maan zet, worden we opnieuw kampioen en gaan we voor het eerst naar de derde klasse. ‘One giant leap’!

    Meer dan 1000 leden

    Het succes blijft niet onopgemerkt. We groeien uit tot een van de grootste sportverenigingen in Haarlem met meer dan duizend leden. Op het eerste veld staan grote aantallen supporters ons soms wel drie rijen dik aan te moedigen. De stemming zit er dus al goed in als we in oktober 1969 ons vijftigjarig jubileum vieren. Het is een week lang feest, tot in de Liduinakerk aan toe, waar we gezamenlijk Mozart zingen. We kijken vol optimisme uit naar het volgende decennium.

  • 1970-1979 Een club met een clubhuis

    De groei zet door. Begin jaren ’70 hebben we zo’n 1.200 leden; één op de honderd Haarlemmers is dan DSS’er. Onze ongeveer veertig senioren-, junioren- en pupillenteams timmeren aan de weg. Het eerste elftal beweegt op en neer tussen de derde en vierde klasse. We zijn een club om rekening mee te houden. In ons clubblad ‘Rood-Groen’ staat dat andere Haarlemse verenigingen DSS vrezen: ‘Tegen DSS voetballen? Ik ga nog liever een potje met ze kaarten om van ze te kunnen winnen.’

    Zelf bouwen

    Als familieclub besteden we bijzonder veel aandacht aan de jeugd. We organiseren festiviteit op festiviteit. Sinterklaas bezoekt jaarlijks de pupillen en maandelijks verschijnt een blaadje speciaal voor de jeugd. In seizoen ’77-’78 kunnen kinderen al vanaf hun zesde jaar bij DSS komen voetballen. We breiden daardoor stevig uit. Maar ondanks de groei zijn we nog altijd een club zonder eigen clubhuis. Dat zal er na vele jaren lobbyen en plannen in 1979 komen. We geven certificaten uit, organiseren bingo-avonden, verkopen pennen en verzamelen oude kranten om de kas aan te vullen. De aannemer zet het gebouw casco neer voor DSS en Kennemerland. Maar het meeste werk doen we zelf. Zoals het een familieclub betaamt.

  • 1980-1989  Wachten op betere tijden

    Er is weinig reden tot juichen in ons nieuwe clubhuis. In 1981 promoveren we met DSS 1 nog naar de derde klasse van de KNVB. Maar enkele jaren daarna degradeert het team weer en merken we ook in Haarlem aan het slinkende ledenaantal de crisis waarin de Nederlandse economie en het voetbal verkeren. Niet alleen DSS, ook andere clubs in Haarlem zien het ledental afnemen in de jaren ’80. Onze jeugdcommissie doet haar best om de voetballertjes te behouden. We doen mee aan internationale toernooien, houden nauw contact met eredivisionist HFC Haarlem, jeugdspelers verspreiden folders, hangen posters op en wie een nieuw lid aanbrengt, krijgt een sweatshirt. Het haalt weinig uit. Pas aan het eind van het decennium keert het tij, als Nederlandse clubs en het Nederlands elftal internationaal applaus oogsten.

    Vrouwen in de zaal

    Veel vrolijker is de stemming in de zaal. Onze zaalvoetbaltak groeit als kool. Er zijn dertien mannenteams actief. En in de zaal beleven we een primeur. Vanaf 1987 kunnen daar in competitieverband vrouwen uitkomen voor DSS. In hun eerste seizoen weten ze nog maar net degradatie te ontlopen. Drie seizoenen later kunnen we een tweede team bijschrijven. Het aarzelend begin van DSS als een van de grootste vrouwenvoetbalclubs is daar.

  • 1990-1999 Maatschappelijk betrokken

    Is voetbal nog wel leuk? Je gaat het je afvragen, als in de jaren ’90 de sfeer op de Nederlandse velden onvriendelijker en grimmiger wordt. Ongeregeldheden, opstootjes en molestatie van scheidsrechters komen steeds vaker voor. Met een maatschappelijk betrokken geluid proberen wij de publiciteit te halen. Samen met voetbalvereniging BSM uit Bennebroek organiseren we een actie tegen racisme. Ook hebben we oog voor Bosnische vluchtelingen. Ongeveer vijftig van hen spelen een paar vriendschappelijke wedstrijden tegen verschillende elftallen van ons.

    Bizarre competitie

    Ja, voetbal is wél leuk. Dat vinden meer en meer kinderen in Haarlem. Het aantal jeugdteams groeit en we vieren meerdere kampioenschappen. Ook dat van ons eerste elftal in het seizoen ’93-’94. We spelen een van de meest bizarre competities in onze geschiedenis. Alle clubs verliezen van elkaar. Twee maanden voor het einde staan we nog op de laatste plaats. Toch worden we met slechts 27 punten uit 22 wedstrijden kampioen en keren na negen jaar terug in de derde klasse.

  • 2000-2009 Club voor het hele gezin

    Nog vóór de start van onze vrouwenteams, weten enkele voetballende meiden onze club te vinden. In 2003 treedt ons eerste meidenteam aan. Naast de vrouwen is er nog een groep die niet louter langs de zijlijn wil toekijken: de Voetballende Vaders. Een trouwe groep die op donderdagavond een balletje komt trappen en ook in de derde helft sterk voor de dag komt. Ze zijn geen lid maar met hun bijdrage spekken ze niettemin de kas van onze jeugd.

    Bijna tweedeklasser

    De groei van het zaalvoetbal zet door. In 2007 kunnen we een recordaantal van zeventien teams inbrengen. Het is alleen moeilijk om met name de jeugdteams bij elkaar te houden, omdat er rond Haarlem nauwelijks andere clubs zijn die zaalvoetbal spelen. En hoe vergaat het ondertussen de heren op het veld? Aan het begin van het decennium degradeert het eerste team naar de vijfde klasse, keert daarna terug in de vierde klasse om aan het eind van seizoen 2006-2007 te promoveren naar de derde klasse. We mogen zelfs even ruiken aan de tweede klasse, maar in de nacompetitie schieten we net te kort.

  • 2010-2019 Vrouwen aan de bal

    De emancipatie van het vrouwenvoetbal zet door.

    Met dubbele cijfers

    Er zijn niet alleen veel voetballende vrouwen bij DSS. Ze zijn ook goed. ME1 wint vrijwel al hun wedstrijden tegen andere meidenteams met dubbele cijfers. Het is maar beter dat dit team tegen de jongens gaat voetballen. De ontwikkeling van het vrouwenvoetbal bij DSS valt op. Het aantal vrouwelijke leden groeit tot meer dan driehonderd. We zijn daarmee een van de grootste vrouwenvoetbalverenigingen van Nederland. Volgens de KNVB mogen we ons een van de dertig sterkste vrouwenclubs van Nederland noemen.

    Terug naar de derde klasse?

    Ook de heren doen hun best hogerop te komen. De laatste tien jaar lukt het diverse individuele spelers een sprong te maken naar hoger spelende verenigingen, zoals EDO, ODIN’59, VV Katwijk, FC Lisse, Velsen, Noordwijk, Voorschoten ’97 en DSOV. Ondertussen hoopt Iliass Akchich, trainer van de heren 1, dat de talenten van zijn team blijven. Hij is een man met een missie. Hij wil DSS terugbrengen naar de derde klasse. Het zou mooi zijn om ons honderdjarig bestaan extra glans te geven met een promotie. Helaas lukt dat net niet.

rfwbs-sliderfwbs-slide